Het
Oer-IJ vormde tussen 800 en 150 voor Christus de meest noordwestelijke
vertakking van de Rijn en mondde in de omgeving van Castricum in zee
uit. Het oude estuariumgebied van het Oer-IJ kenmerkte zich door
strandwallen, kwelders, wadden en uitgestrekte veenweiden. Deze
publicatie beschrijft de samenhang tussen fysische geografie en
landschapsinrichting in het voormalige estuarium van het Oer-IJ.
Het studiegebied wordt gevormd door het
waterschap Castricummerpolder. Het onderzoek richt zich op de
waterstaat, buurten, geesten en Herenwegen en de ontwikkelingen hiervan
tussen 1600 en 1900. Uit deze studie blijkt een sterke invloed van de
fysisch geografische gesteldheid op de inrichting van het landschap in
de Castricummerpolder. Daar waar die invloed niet is aan te wijzen,
hebben andere ontwikkelingen een rol gespeeld die voor een deel zijn
gereconstrueerd. Deze studie kon naast het inzichtelijk maken van de
relatie tussen de fysische-geografie en de landschapsinrichting ook de
bestaande kennis over het waterschap, de bouwlandcomplexen en de
Herenwegen aanscherpen.
Noord-Hollandse Archeologische Publicaties-6
|